donderdag 26 mei 2011

Een nacht vol actie

Diegenen die mijn verhalen hebben gevolgd weten dat ik veel aan kanalen vis. Het vissen aan kanalen is een manier van vissen die ik erg leuk vind. Kilometers water, kans op grote vaak nog onbekende vissen, geen kringetje van karpervissers om een putje die allemaal op dezelfde targetvis jagen, de auto vlakbij is handig en daardoor is er minder kans op vandalisme zoals lekgestoken banden. Zo kan ik nog wel een paar voordelen van het kanaalvissen t.o.v. andere wateren opnoemen.  En toch? Hoe leuk ik het ook vind, ik wilde wel weer eens iets anders.  Ik dacht aan een water waar ik niet alleen naar links of rechts kon werpen, maar ook lekker ver vooruit.  Een water waar ik, meer dan op een kanaal, rekening moest houden met het talud. Een water waar de vissen niet alleen maar van links of rechts  kunnen komen of niet alleen maar in een kringetje kunnen zwemmen zoals op een klein putje. Nee, ik wilde vissen op een water met een ander karakter. Het liefst zo groot dat ik de horizon niet zou kunnen zien.

Nu is dit laatste een wens waar ik gezien mijn thuissituatie niet mijn zinnen op moest gaan zetten. In mijn leven is er meer dan alleen vissen en staat het gezin op nummer één. Ik moest een uitdaging kiezen die reëler zou zijn. Niet te ver van huis zodat ik wel kon gaan voorvoeren, want op een groter water waar ik (nog) niet bekend ben met de trekroutes van de karpers, geeft voorvoeren net dat beetje extra vertrouwen dat ik nodig heb. Zo kwam ik uit op een mooie recreatieplas, een plas met een voor mij onbekende bezetting qua karpers. Nadat ik m.b.v. Google Earth de plas goed had bekeken en ik een paar mogelijke stekken had bepaald ben ik naar de plas gereden. Na een flinke wandeling en het bekijken van de mogelijk stekken koos ik voor een stek waar ik rustig kon zitten. Nou ja, rustig! De plas had de naam recreatieplas wel verdiend want gerecreëerd werd er volop! Zeilbootjes, motorbootjes, kano’s, surfers, wandelaars en… minder goed nieuws, veel vissers! Gelukkig geen karpervissers, maar wennen moest ik wel aan dit type water omringd door, voor mij, nieuwe geluiden. Het geluid van auto’s die langs het kanaal rijden ben ik wel gewend, maar het gegil naar niet goed afgerichte honden, het harde gepraat van de wandelaars, kitesurfers die meters de lucht in springen en applaus krijgen vanaf de kant, allemaal nieuw voor mij. Toch bood de nieuw gekozen stek redelijk veel privacy en kon ik, op inwerpen en drillen na, ongezien mijn ding doen.

Na het peilen van de stek vond ik op ongeveer 60 meter uit de kant een prachtig talud. Een mooie afstand om, ook met een PVA-zakje, naartoe te werpen en bij te voeren met de werppijp. Na meerdere dagen voorgevoerd te hebben was het tijd voor de uitdaging. Ik moest vier keer heen en weer lopen van de auto naar de stek om al mijn spullen er te krijgen. Het zweet stond op mijn rug, maar een karretje zou niet werken i.v.m. de dichte begroeiing. Eindelijk kon ik het kamp in orde maken. Als eerste maakte ik de hengels klaar en zorgde ik ervoor dat ik bij een aanbeet goed kon handelen. Zo legde ik de onthaakmat klaar met ernaast een emmer water. Het fototoestel stond gereed en het landingnet binnen handbereik. Ik rekende absoluut niet op een vroege aanbeet, maar hopen doe je altijd. Ik was net mijn paraplu aan het uitklappen toen ik een piepje hoorde. De eerste gedachte was brasem, maar vol ongeloof hoorde ik het gepiep overgaan in één constante hoge toon. Een run!! Nu al?! Onhandig klapte ik de paraplu weer in die vervolgens belandde in de distels. Ai! Niet goed, maar van latere zorg. Eerst de run! Ik pakte de hengel op en maakte contact met het nog onbekende. Het voelde meteen goed, karper! Zo te voelen een mooie! Heerlijk was het. Qua kubieke meters is dit water misschien niet groter dan een lang kanaal, maar de vis heeft wel veel meer ruimte om een mooi gevecht te leveren. Daar maakte deze karper goed gebruik van. Gehurkt achter het riet, zodat de andere vissers mij niet konden zien, drilde ik de vis uiteindelijk netjes in het net. Het bleek een mooie karper te zijn van 17 pond die ik tijdens de dril veel groter had ingeschat.

Ondanks het lage gewicht was ik er erg blij mee. De eerste vis van een nieuwe stek geeft altijd een speciaal gevoel. Na het terugzetten van mijn trofee en het inspecteren van mijn pluutje, de schade viel mee, maakte ik mijn slaapplek in orde. Achter mij hoorde ik indianengeluiden. Indianen met hoge stemmetjes. Duidelijk nog niet de baard in de keel. Eén van de indianen liep naar mijn stek en schrok zich helemaal suf toen hij mij zag. Hij had mij hier niet verwacht in hun speelbosje. Het jongetje stamelde iets van: "Huh,Hoi". Ik antwoordde vriendelijk en het jongetje kreeg weer een beetje kleur op zijn gezicht. Na een moment van stilte vroeg hij of ik iets had gevangen.  "Ja, een hele grote", antwoordde ik. Het jongetje bedacht zich geen moment en liep op mijn emmer af om te kijken hoe groot de vis dan wel niet was. "Daar paste hij niet in hoor!" zei ik lachend. Het jongetje keek me vol ongeloof aan en vertrouwde het zaakje niet. Snel liep hij terug naar zijn indianenvriendjes. Een vis zo groot dat ie niet in een emmer past. In dit water? Waar iedereen en ikzelf gewoon zwemt? Zoiets moet hij gedacht hebben, stel ik me voor.  Ondertussen keek ik uit naar een rustige nacht die alleen onderbroken mocht worden door een keiharde run. Ik zette eerst nog even een kop thee, maar zocht al snel mijn bed op. Ik was moe en viel als een blok in slaap, dit ondanks het gedreun op de achtergrond van een discotheek of jeugdsoos die hier blijkbaar ook in de buurt moest zijn. De rustige nacht kwam niet. Er was volop actie. Helaas niet van karpers. Ook niet van de door ons karpervissers zo ‘geliefde’ brasems. Het waren de recreanten! De mensen hier gaan gewoon dag en nacht door! Zo werd ik midden in de nacht wakker en hoorde ik een jongen, nog geen 20 meter van mij vandaan, schreeuwen:  "Ze zullen ons nooit geloven! hahaha". Twee jongens zaten in een kano. Niet helemaal nuchter was mijn indruk. Ze kwamen vanaf de andere kant van de plas. Sowieso een heel eind varen en dan ook nog eens zonder peddels. Hun handen hadden deze functie overgenomen. Langzaam voeren ze verder en hun onophoudelijke geschreeuw was nog lang te volgen door mij. Eindelijk sliep ik weer, totdat ik dezelfde stemmen weer hoorde. Snel kwamen de stemmen dichterbij. Ongelofelijk snel als je bedenkt dat ze met hun handen roeiden. Dichterbij gekomen zag ik dat de twee jongens, met nog een andere jongen, in een fluisterbootje zaten. Ze waren weer onderweg naar de andere kant van de plas. Waar was de kano gebleven? Vroeg ik me af. Van wie was deze boot? En waarom bijten de karpers niet meer? Tja, daarvoor zat ik hier uiteindelijk, ook al deed deze soap anders vermoeden. Gelukkig kan ik makkelijk inslapen, intussen begon het alweer een beetje lichter te worden, nog een paar uurtjes rust. Niet dus…  "Prachtig dit!", riep een jongen. "iiiiiiiiiiéééééhhhhhàààà", gilde een meisje. #@%&## Wat nu weer!!!, dacht ik. Ik keek over het water. Het was mistig geworden en ik zag niks. Aan het geplons en gelach te horen was er een pril stelletje aan het zwemmen. Leuk voor hun en als ik niet zo moe was geweest had ik erom kunnen lachen. Ik kon aan niets anders meer denken dan slapen. Ik kroop diep in mijn slaapzak. Om mij heen is misschien, op het gebied van recreatie,  nog veel meer gebeurd. Ik werd er niet meer wakker van. Rond 8.00 uur werd ik, deze keer uit mijzelf, wakker. Het was nog steeds mistig. Ik keek over het water en zag een lege kano drijven. De kano van de jongens.


Een beetje teleurgesteld door het uitblijven van nog een run nam ik een slok van mijn ontbijtdrank. Dan, een piep en een strakke lijn. De eerste brasem was een feit.  Voor de zekerheid voerde ik nog wat boilies bij met de werppijp en legde de hengel opnieuw in. Heel rustig was het nu rondom de plas. Voor de rust moet ik hier dus ’s ochtends zijn. Niet ’s nachts. De mist trok langzaam op. Ik kon weer over het water kijken. Nog steeds niemand te zien op een enkeling na die zijn trouwe viervoeter aan het uitlaten was. Deze keer zonder geschreeuw. Blijkt ook te kunnen. Plotseling voel ik geen vermoeidheid meer, ik heb een run. De adrenaline neemt mijn lijf over. Reflexen bepalen mijn bewegingen. Dan sta ik te drillen en kom weer tot bewustzijn. Ik geniet. Zo land ik de tweede karper op mijn nieuwe stek. Een kort gedrongen rijenkarpertje maakt dit verhaal af. Een stek om nog een keer terug te keren, maar niet voor mijn rust, is gebleken.


2 opmerkingen:

  1. Mooie rijenkarpers met hoge ruggen op een onrustig water. Wakker worden van een run geeft toch iets meer energie.

    Grtx,

    FER

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi FER,

    Ja mooie vissen en met deze bouw kunnen ze behoorlijk zwaar worden denk ik. Tja, het levert wel een leuk verhaal op zo'n nacht, maar ik was wel bekaf, haha. Een run geeft mij inderdaad meer energie :)

    Groet,

    Koen.

    BeantwoordenVerwijderen